De moeder op het kostgrondje bukt, de melk
stroomt en verdampt. Een vader die om zijn kind
geeft. Om zijn kind, nu hij bij een ander is, wat
is dat kind waard voor de zoogmoeder. Voor de zus?
Wandelende takjes zijn het, de kleine handjes
in de handpalmen, zoekende meren zijn het
de ogen. De man herneemt de baby en trommels*
verhalen hoe de wind vaart in geanimeerde beelden.
Waar de vader om de vrouw geeft, krijgt het kind
liefde en wijsheid. Do bewaart de schat zij koestert
de tederheid die de baby heeft opgeroepen en
bewerkt de grond. Ziet haar broer weer als zij ouder is.